De kleur varieert in alle nuances van groen en bruin, met donkere vlekken en een geelgroene rugstreep. De dijen zijn meestal geelbruin gemarmerd. Hij heeft kleine knobbeltjes aan de hiel onder de voet en 2 uitstulpbare kwaakblazen opzij de kop. Komt voor in de oeverzone van allerlei plassen, meren, vijvers en op plaatsen met veel begroeiing. Overwegend overdag actief, graag zonnend op de oever. Hij overwintert in de modder van de waterbodem. Zijn menu bestaat uit insecten, geleedpotigen, slakken en wormen. Het vrouwtje zet 600-1500 eieren af in een kluit die naar de bodem zinkt. Na 5-8 dagen komen de larven uit. De ontwikkeling tot volwassen kikker duurt dan nog 2 tot 3 maanden.

Tekstbron: Dieren en plantengids voor onderweg  Tirion