De kleine watersalamander is een slanke salamander met gladde, fluwelige, soms iets korrelige huid. De rug is geelbruin, keel en buik oranje met zwarte vlekjes. In de paartijd heeft het mannetje een gegolfde, bij de staartwortel niet onderbroken kam. Hij komt voor in lichte bossen, bos- en akkerranden, parken en tuinen. Hij paait in ondiepe, plantenrijke vijvers, plasjes en sloten. Hij is vooral 's nachts actief, bij vochtig en warm weer ook overdag. Hij leeft teruggetrokken in strooisel, onder en tussen hout of stenen, meestal in de buurt van water. Zijn voedsel bestaat uit wormen, slakken en kleine insecten. Het vrouwtje legt tussen maart en mei 200-300 eieren, elk afzonderlijk in een gevouwen blad van een waterplant. De larve van de kleine watersalamander is vrij licht gekleurd en bezit een staarteinde dat geleidelijk versmalt en in een punt uitloopt.

Tekstbron: Natuurleven in Belgie © Uitgeversmaatschappij The Reader's Digest